Deze week een thematische editie van mijn nieuwsbrief, vanuit wat deze week meer dan ooit het sportief en zakelijk epicentrum van Azië is: Singapore.
F1 als zakelijke magneet
In de meeste landen is de Formule 1 vooral een grandioos sportevenement, maar in Singapore transformeert de Grand Prix in iets veel groters dan een raceweekend; de stad wordt een zevendaags spektakel van netwerkevents en zakelijke presentaties.
Omdat het circuit midden in het centrum ligt, bruist de stadstaat deze week van hoogwaardige seminars, exclusieve diners en investeerdersbijeenkomsten, tegen een achtergrond van F1 bolides die langs Marina Bay razen. Hier is de Formule 1 niet alleen een sport, maar een motor voor economische groei en innovatie.
Singapore heeft aanzienlijke bedragen geïnvesteerd om de Formule 1 naar de stadstaat te halen. De eerste race werd gehouden in 2008 en de organisatie ervan kostte naar schatting $150 miljoen USD per jaar.
Ongeveer 60% van deze kosten werd gedragen door de overheid van Singapore, terwijl de overige 40% werd gefinancierd door de organisator van het evenement, die zich gelukkig mag prijzen met Singapore Airlines als titelsponsor – niet geheel toevallig een bedrijf dat grotendeels in handen is van staatsfonds Temasek.
Noorwegen boort olie, Nederland spaart, Singapore belegt
Temasek is een investeringsmaatschappij, vernoemd naar de naam van het eiland voordat de Britten onuitgenodigd twee eeuwen kwamen buurten, die volledig eigendom is van de Singaporese overheid. Opgericht in 1974 heeft Temasek een gediversifieerde investeringsportefeuille die zich uitstrekt over verschillende sectoren zoals financiële diensten, telecom, gezondheidszorg, infrastructuur, vastgoed en technologie.
Opvallend: Temasek opereert onafhankelijk van de Singaporese overheid wat betreft haar investeringsbeslissingen, ondanks dat het een staatsbedrijf is. Singapore heeft nog een tweede staatsfonds genaamd GIC, dat meer risicomijdend optreedt en vooral actief is als passief belegger met een langere investeringshorizon, plus nog een centraal pensioenfonds (CPF). In totaal heeft de Singaporese overheid daarmee ruim 1.6 biljoen USD (1600 miljard) aan belegd vermogen.
Om in perspectief te plaatsen: het befaamde Noorse pensioenfonds (bekend als het Oil Fund) heeft ‘slechts’ 1.4 biljoen USD in beheer terwijl Singapore de Nederlandse pensioenfondsen nadert, die gezamenlijk ruim 1.6 biljoen USD belegd vermogen vertegenwoordigen. Alleen moesten de Noren voor hun volle spaarvarken liefst 2% van de wereldvoorraad aan dinosaurusbloed uit de aarde oppompen en heeft Nederland de laatste zestig jaar ruim vierhonderd miljard verdiend aan aardgasbaten, waardoor Groningers nog regelmatig uit hun bed trillen.
Nederland heeft met achttien miljoen mensen ruim drie keer zoveel inwoners als Singapore, dat geen natuurlijke grondstoffen heeft tenzij je gek bent op moeras en mangroves, en pas onafhankelijk is sinds 1965.
Singapore voorbij Israel naar quantum computing
Daarmee lijkt Singapore vooral op Israel, zoals het BNP van beide landen ook vergelijkbaar is (rond de 500 miljard USD), alleen het BNP per hoofd van de bevolking ligt in Singapore veel hoger. Singapore keek goed af van Israel hoe je van een klein land zonder natuurlijke grondstoffen een economisch ontwikkeld land kunt maken, met een sterke focus op goed onderwijs.
Wat ik probeer te duiden met dit intermezzo aan sociaal-economische geschiedenisles, is de gestructureerde manier waarop Singapore de samenleving heeft georganiseerd en gereed gemaakt voor de digitale wereld.
In de eerste periode na de onafhankelijkheid in 1965 werd gefocust op handel en distributie. Nog altijd is de haven van Singapore na Shanghai de grootste containerhaven ter wereld en het vliegveld Changi is al twaalf keer verkozen tot beste luchthaven ter wereld. Van het vliegtuig uit tot de taxi in, lukt me meestal binnen 15 minuten. Zou Schiphol weleens naar Changi hebben gekeken?
In de tweede fase ontwikkelde Singapore zich als financieel centrum van Zuid-Oost Azië, met ruim 200 banken voor consumenten en ondernemingen uit de Asean-regio die bijna 700 miljoen inwoners telt; ter vergelijking, de Europese Unie telt 450 miljoen inwoners en de Verenigde Staten ruim 330 miljoen inwoners. Met dat achterland was de aandacht voor logistiek, handel en financiële dienstverlening in Singapore logisch.
In wat ik zie als de derde fase richtte Singapore zich op het opbouwen van belangen in het buitenland en investeerde het in de wereldwijd leidende financiële spelers. Zo kocht Temasek belangen in BlackRock, Visa en Mastercard.
In de vierde fase reageerde Temasek snel op de enorme groei in marktwaarde van de grootste technologiebedrijven ter wereld en kocht het aanzienlijke belangen in Airbnb, Amazon, Zoom, Tencent, Palantir, Alibaba, Stripe en Nvidia, om er slechts een paar te noemen.
Inmiddels zijn we beland in de vijfde fase waarin Singapore zelf wereldspelers wil ontwikkelen. Met een breed gesteund industriebeleid, wat altijd een risico is omdat iedereen, ook wetenschappers en overheden, er naast kan zitten bij het aanwijzen van kansrijk geachte sectoren, wordt getracht gericht te investeren in kansrijke startups.
Zoals een medewerker van SGInnovate, het overheidsfonds dat investeert in deep tech bedrijven, het aan me uitlegde: ‘We vonden quantum computing belangrijk en er zjin acht serieuze bedrijven op dat gebied in Singapore. Wij hebben geïnvesteerd in alle acht.‘
Hoe krijg je de juiste mensen?
Of die aanpak werkt is puur afhankelijk van de kwaliteit van de fondsbeheerders. Het is onmogelijk voor andere landen om de industriepolitiek van Singapore klakkeloos te imiteren en soortgelijk succes te verwachten. Want lukt het die landen om de juiste mensen aan het stuur te zetten? En hoe krijg je de juiste mensen goed opgeleid en gemotiveerd?
Onderwijs en gezondheidszorg behoren tot de wereldtop en al jaren wordt Singapore verkozen tot de beste plek om te ondernemen. Maar bovenal is Singapore pragmatisch. Het meest opvallende voorbeeld hiervan vind ik de subsidies die kunnen oplopen tot tienduizenden dollars voor mensen die een woning kopen binnen een straal van vier kilometer van hun ouders, of hun getrouwde kinderen. Hierdoor zorgen mensen sneller voor hun ouders, cruciaal met een vergrijzende bevolking, en tegelijkertijd kunnen de grootouders makkelijker op hun kleinkinderen passen. Dit verlaagt de druk op zorginstellingen, maar vereist uiteraard een goede relatie met je (schoon)ouders.
De Chinese, Maleisische en Indiase bevolking leeft relatief harmonieus samen omdat de omgang met raciale verschillen, een groot probleem in veel westerse landen, op geheel eigen wijze werd aangepakt: zowel bij de samenstelling van politieke partijen als bij woningbouw wordt pragmatisch maar streng bepaald dat alle etnische groepen zijn vertegenwoordigd.
Zo worden quotas bepaald per etnische groepering per woonwijk en dus leren bijvoorbeeld Chinese kinderen al jong om te gaan met Maleisische en Indiase buurkinderen. Het is moeilijk om iemand te haten waar je vroeger een balletje mee hebt getrapt of tikkertje mee hebt gespeeld. Quotering naar ras en cultuur is een simpele maar effectief gebleken aanpak waar veel westerse landen van zouden kunnen leren. En zou Israel weleens naar Singapore hebben gekeken?
Dan de beloningen. In Singapore wordt de kwaliteit van de prestatie beloond en behoren overheidsfunctionarissen, vooral degenen in hoge posities zoals ministers, tot de best betaalde ter wereld. Het idee is om toptalent aan te trekken en de corruptie te minimaliseren door concurrerende salarissen aan te bieden die kunnen wedijveren met die in de private sector. Een minister in Singapore kan jaarlijks ruim SGD 1 miljoen (733.000 USD) verdienen.
Hoewel niet wordt gepubliceerd wat de salarissen en bonussen zijn van de directies van GIC en Temasek, is bekend dat de beloning marktconform is inclusief prestatiebonussen voor lange termijn resultaat; geen bonussen voor een goed kwartaal.
Het succes is meetbaar
Hoe goed doen deze goed betaalde (semi)ambtenaren het? Het antwoord luidt: erg goed. Het reële jaarlijkse rendement van het zo risicoloos mogelijk opererende GIC over 20 jaar bedraagt 4,6%, terwijl de risicovollere investeringen van Temasek sinds de start liefst 14% per jaar opleverden. Dat is aanzienlijk beter dan de graadmeter, de S&P 500, die de laatste 20 jaar gemiddeld minder dan 10% per jaar steeg.
Op de netto portfolio waarde van Temasek van 287 miljard USD staat die 4% performance verschil gelijk aan een slordige 12 miljard USD per jaar. Er zijn landen waar voor minder complete parlementaire enquetes worden gestart, alleen dan uitgevoerd door minder competente politici en ambtenaren dan in Singapore.
Het is uiteraard niet altijd alleen maar feest, want Temasek verloor vorig jaar 5% aan waarde, inclusief de beruchte 275 miljoen USD afboeking op het belang in FTX die leidde tot salarisverlaging voor de betrokken investment managers, maar dat was nog steeds minder dan de 20% daling van de S&P 500.
Block 71 en Carousell
Temasek investeert wereldwijd, maar 54% van de portefeuille bestaat nog steeds uit bedrijven met het hoofdkantoor in Singapore. Het is een overheidsstreven om meer hoogwaardige startups te ontwikkelen, want geld wat wordt geinvesteerd in eigen land levert onderaan de streep meer op. Daarbij wordt behalve naar alleen het geld ook gekeken naar mogelijkheden om de kwaliteit van de ondernemers te verhogen.
Afgelopen donderdag was ik op bezoek bij Siu Rui Quek, de even energieke als sympathieke oprichter en CEO van Carousell, een online marktplaats uit Singapore die actief is in negen landen.
Quek vertelde hoe effectief de Singaporese overheid te werk ging toen ruim 10 jaar geleden werd besloten om meer ondernemers te ‘kweken’. Allereerst werd Quek als student aan de National University (NUS) met belangstelling om een startup te beginnen, via een door de overheid gefinancierd programma een jaar uitgezonden naar Silicon Valley.
Daar werkten hij en andere deelnemers bij succesvolle techbedrijven zoals Facebook, Google en Microsoft, op voorwaarde dat ze zouden terugkeren naar Singapore om daar hun studie te voltooien. Tegelijkertijd werd een afgetrapt industrieterrein vlakbij de universiteit omgetoverd in Block 71, een mooie broedplaats voor startups.
Quek begon er met twee studievrienden hun marktplaats voor tweedehands producten, die inmiddels is uitgegroeid tot een unicorn, een bedrijf met een marktwaarde van meer dan een miljard dollar. Hij is ervan overtuigd dat hij zonder de hulp van de overheid nooit zover had kunnen komen.
Eén van de investeerders in Carousell was EDBI, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken. Hun participatie hielp om andere, vooral buitenlandse investeerders, over te halen om in Carousell te investeren.
F1 week telt honderden grote en kleine events
Vrijwel alle startups lieten zich deze week zien toen de wereld naar Singapore kwam voor de Formule 1 race. Siu Rui Quek vertelde dat hij zelfs geen tijd had om naar het circuit te komen, omdat hij teveel afspraken en events had gepland gedurende het weekend.
Maar ook de traditionele partijen waren erg actief. De week begon met de Forbes Global CEO Conference, gevolgd door het grote crypto-event Token 2049 en the Milken Institute Asia Summit. De stad bruisde van mensen in (mantel)pak en zwarte t-shirts, de mengeling van de traditionele financiële wereld en de startup scene was bijna zichtbaar.
In de prestigieuze Mandala Club organiseerde investeerder Hustle Fund op zaterdagmiddag samen met overheidsinstantie Singapore Global Network (SGN) een event, gesponsord door fintech startup Aspire, waarbij ondernemers en investeerders elkaar ontmoetten. Om me heen kijkend in alle drukte vroeg ik me af hoeveel mensen zouden komen opdagen als zoiets tijdens het F1 weekend in Engeland, Frankrijk of de VS zou worden georganiseerd om 14 uur op een zaterdag.
Max Verstappen moest op vaak spectaculaire wijze races winnen en een enorme schare fans aan zich binden, voordat in zijn thuisland Nederland na 35 jaar weer een Formule 1 race werd georganiseerd. In Singapore rijden de duurste Ferrari’s meestal langzamer dan in Nederland moeders op een bakfiets, maar er was geen Singaporese autocoureur nodig om de Formule 1 naar Singapore te halen. Het was onderdeel van gericht beleid.
Met Formule 1 als achtergrond laat Singapore zien dat het meer is dan een hub voor handel en financiën. Het is een proeftuin voor innovatie en een smeltkroes van culturen. Het maakt dit F1-weekend tot veel meer dan een race; het is een momentopname van een natie die zich constant vernieuwt en opnieuw uitvindt. Er zijn decennia lang zoveel bewegende onderdelen nodig om dit beleid te laten slagen, dat ik niet verwacht dat andere landen het met succes zullen kunnen imiteren. Het vereist durf, toewijding en uithoudingsvermogen, geen kwaliteiten waar de gemiddelde politicus in de meeste andere landen in uitblinkt.
Ik wens je veel plezier met de race vandaag! Groeten uit Singapore en tot volgende week.