Categorieën
beleggen technologie

Goed en slecht akkoord in Bakoe, Bitcoin naar $100.000 en Nvidia boekt recordwinst

Een dystopisch wereldbeeld van tropische bomen en machines ter verwijdering van koolstof op de poolkap. Beeld gemaakt met Midjourney.

Terwijl Bitcoin de grens van honderdduizend dollar nadert en Nvidia recordwinsten behaalt, verdient een ander onderwerp deze week de aandacht: COP29, de VN-klimaatconferentie in Bakoe. In de technologie- en cryptowereld wordt de klimaatdiscussie vaak gezien als een onderwerp dat zich afspeelt in een alternatief universum van koppige schoolweigeraars en shagrokende hippies op leren sandalen in hennepbroeken. Toch speelt daar de grootste technologische uitdaging van onze tijd: hoe verwijdert de mensheid de reeds aanwezige CO₂ in de atmosfeer?

Daags nadat COP29 zou eindigen, zijn in de verlenging twee overeenkomsten gesloten: een akkoord over een veel te laag bedrag dat rijke landen gaan betalen aan arme landen voor compensatie van de geleden schade ($300 miljard lijkt veel, maar is veel te weinig voor dit probleem) en een akkoord over de algemene regels voor de lancering van koolstofhandelmarkten, beter bekend als carbon credits, bijna tien jaar nadat het idee voor het eerst werd voorgesteld.

Het akkoord maakt het landen en bedrijven mogelijk om credits te verhandelen voor het reduceren van koolstofemissies, om zo hun koolstofvoetafdruk te compenseren.

Het mechanisme voor koolstofhandel werd voor het eerst formeel beschreven in het COP21 klimaatakkoord van Parijs in 2015, als een manier voor vervuilers om andere landen te betalen voor het verminderen van emissies namens hen. Maar het is omstreden gebleken vanwege zorgen dat het niet zal resulteren in de beloofde verwijdering van koolstof uit de atmosfeer.

Rijke landen verantwoordelijk

Arme landen hebben gelijk wanneer zij rijke landen beschuldigen van het onvoldoende dragen van hun verantwoordelijkheid. Sinds de industriële revolutie hebben voornamelijk westerse economieën bijgedragen aan de uitstoot van ruim 2.200 gigaton CO₂, wat de opwarming van de aarde in gang heeft gezet.

Tegelijkertijd dragen armere landen, vaak gelegen rond de evenaar, de zwaarste lasten van de klimaatverandering. Extreme hittegolven, droogte, overstromingen en krachtigere orkanen veroorzaken sterfte, hongersnoden en verwoeste infrastructuur, vooral in kwetsbare landen. Het was daarom te verwachten dat een groep armere landen de klimaatconferentie woedend zou verlaten, zoals gisteren gebeurde.

Rijke landen zijn daarom verplicht om zowel de opwarming tegen te gaan als compensatie te bieden voor de schade die arme landen ondervinden. Dat leidt tot de vragen hoeveel moet worden betaald, enerzijds aan compensatie en anderzijds aan het investeren in oplossingen die klimaatopwarming verhinderen.

Klimaatactivisten hebben deels gelijk

Klimaatactivisten stellen dat de enige oplossing is om onmiddellijk te stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen, de grootste bron van CO₂-uitstoot, en dat het beperken hiervan cruciaal is om verdere opwarming te voorkomen.

Bovendien benadrukken ze dat investeren in hernieuwbare energie op de lange termijn goedkoper is dan het herstellen van de schade die klimaatverandering veroorzaakt. Stoppen met fossiele brandstoffen biedt daarnaast belangrijke gezondheidsvoordelen, zoals minder luchtvervuiling en lagere medische kosten. Volgens klimaatactivisten is onmiddelijke actie essentieel, omdat elke vermeden ton CO₂ de kans verkleint dat de temperatuurstijging boven de kritieke grens van 1,5 graden uitkomt.

Deze eisen zijn logisch en te billijken, maar gaan volledig voorbij aan het feit dat een onmiddellijke transitie naar een volledig fossielvrije wereld niet realistisch is. Uiteraard is het zo snel mogelijk stoppen van CO₂-uitstoot van eminent belang, net zoals het stoppen van de kraan handig is als je een zwembad wilt laten leeglopen.

Maar zelfs als de mensheid vanaf morgenochtend alle CO₂-uitstoot zou stoppen, betekent het ‘slechts’ dat er jaarlijks geen vijftig gigaton CO₂-uitstoot bijkomt; maar dan nog blijft de historische last van 2.200 gigaton in de atmosfeer onveranderd. Zonder verwijdering van die CO₂ blijft de opwarming de grens van 1,5 graden overschrijden, met alle gevolgen vandien.

De jaarlijkse CO2-uitstoot vergeleken met de reeds in de atmosfeer aanwezige CO2. Bron: Tracer

Ik ben nu bijna tien jaar actief op het kruispunt van duurzaamheid en technologie en zoek nog steeds naar het eerste zinvolle plan van een milieu- of klimaatactivist, waaruit een plan van aanpak blijkt voor de verwijdering van die 2200 Gigaton. Het enige repeterende geluid is: ‘stop met uitstoot en plant bossen.’ Maar dat is niet realistisch en het schiet niet genoeg op.

Fossiele brandstoffen nog noodzakelijk

Zowel economisch als technisch is het onmogelijk om binnen enkele jaren een volledig CO₂-neutrale wereld te realiseren. Fossiele brandstoffen vormen de ruggengraat van de wereldeconomie en zijn helaas nog onmisbaar.

Hernieuwbare energie groeit snel, maar kan de huidige wereldwijde energievraag nog niet volledig dekken. Daarnaast blijven transportmiddelen zoals vliegtuigen, schepen en vrachtwagens grotendeels afhankelijk van fossiele brandstoffen.

Lage-inkomenslanden steunen op op goedkope energiebronnen zoals steenkool om hun economische groei mogelijk te maken, waardoor een plotselinge overgang naar hernieuwbare energie voor hen extra complex is.

Bovendien is de infrastructuur voor hernieuwbare energie in veel regio’s nog niet voldoende ontwikkeld om op grote schaal ingezet te worden. Abrupt stoppen met fossiele brandstoffen zou daarom leiden tot economische instabiliteit, massale werkloosheid en energiearmoede, vooral in de kwetsbare landen die het meest onder druk staan.

In Azië wordt bijvoorbeeld met verbijstering gereageerd op argumenten van vooral Europeanen, die de trein heilig verklaren als mobiliteitsoplossing: uiteraard is dat een prima alternatief voor de luchtvaart binnen Europa, maar hoe neem je de trein tussen de duizenden eilanden in Indonesië en de Filippijnen? Om nog maar te zwijgen van een boemeltje tussen pakweg Sydney en Hong Kong.

Vijf miljard Aziaten willen geen bakfiets

Het wordt in het westen vaak vergeten, maar Azië telt bijna vijf miljard inwoners tegen ongeveer zevenhonderdvijftig miljoen Europeanen en nog geen vierhonderd miljoen inwoners van Noord-Amerika. Je gunt je grootste vijand toch nog geen rit per bakfiets over een glooiend rijstveld bij veertig graden en tachtig procent luchtvochtigheid?

Tijdens de eerste dag van COP29 werd een belangrijke doorbraak aangekondigd op het gebied van carbon credits, de gangbare term voor koolfstofkredieten waarbij een carbon credit gelijk staat aan een duizend kilo CO₂ -uitstoot. Dit systeem stelt bedrijven, maar ook landen, zoals Singapore en Peru, in staat om te betalen voor projecten die uitstoot vermijden, verminderen of verwijderen.

In Bakoe is voor het eerst overeenstemming bereikt over een zeer vage standaardisering van deze credits, door de Financial Times omschreven als een kick-start voor de carbon credit markt, waardoor transparantie en betrouwbaarheid worden vergroot. Maar er is nog jaren aan nadere detaillering (lees: onderhandeling) vereist voor er een wereldwijd goed werkend systeem kan ontstaan.

Verschillen tussen carbon credits cruciaal

Zonder betere standaardisering en kwaliteitscontrole van carbon credits blijven allerlei frauduleuze projecten en rommel-credits in omloop. Want er zijn drie totaal verschillende soorten carbon credits die goed van elkaar moeten worden onderscheiden:

  • Avoidance Credits: deze worden uitgegeven voor het voorkomen van CO₂ -emissies, zoals door ontbossing te stoppen of stenen oventjes in Afrika uit te delen. Vaak blijken deze projecten totaal nutteloos.
  • Reduction Credits: deze verminderen CO₂ -emissies, zoals door efficiëntere technologieën te implementeren. Denk aan zonnepanelen of windmolens. Prima om te doen, maar waarom verdient het uitstoten van minder CO₂ een bonus in de vorm van carbon credits?
  • Removal Credits: dit zijn credits die worden uitgegeven voor het daadwerkelijk verwijderen van CO₂ uit de atmosfeer. Dit is de noodzakelijke Heilige Graal.

Direct Air Capture gebruikt bijvoorbeeld machines om CO₂ rechtstreeks uit de lucht te halen en op te slaan. Deze oplossing is nog erg kapitaalintensief en de vraag is of het de meest efficiente techniek is, gemeten naar energieverbruik en benodigd kapitaal.

Herbebossing biedt natuurlijke opname van CO₂, hoewel dit gepaard gaat met risico’s zoals ontbossing. Zo is er nog al eens een bosbrand, juist door klimaatopwarming, en blijken niet alle bossen conform verwachting te worden geplant. Daarnaast blijken ze vaak minder effectief dan gehoopt en verwacht.

Met biochar wordt biomassa omgezet in stabiele koolstof die eeuwenlang kan worden opgeslagen, terwijl Ocean Alkalinity Enhancement oceanen behandelt zodat ze meer CO₂ kunnen absorberen. Het grootste potentieel zit hoogstwaarschijnlijk in dit soort methodes die de oceanen gebruiken, zoals die van het Nederlandse SEA02.

Overzicht van carbon dioxide removal (CDR)-technologie. Bron: Tracer

Carbon removal credits financieren cruciale technologie

Want hoewel klimaatactivisten alle carbon credits beschouwen als een vrijbrief voor bedrijven om hun uitstoot voort te zetten, is de rol van removal credits van onschatbare waarde. Deze credits maken het financieel mogelijk om bovengenoemde technologieën te ontwikkelen, zie het voorbeeld van Microsoft en Royal Bank of Canada, zodat die 2200 Gigaton CO₂ daadwerkelijk uit de atmosfeer kan worden verwijderd.

Milieubewegingen zijn gericht op ethiek en activisme en ontberen het vermogen om technologische innovaties te beoordelen, laat staan de economische schaalbaarheid van die oplossingen. Een treffend voorbeeld hiervan is de opkomst van Tesla en de wereldwijde transitie naar elektrische voertuigen die door het succes van Tesla werd ingezet.

Voorbeeld: Tesla

In 2010 zou geen enkele prominente milieu-activist hebben voorspeld dat Tesla de aanjager zou worden van een massale verschuiving naar elektrische mobiliteit. Tesla verkocht toen nog geen duizend auto’s per jaar.

Dan kijken we naar afgelopen maand: in oktober werden alleen al in China 1,43 miljoen zogeheten ‘nieuwe-energievoertuigen’ (NEV’s) verkocht, een stijging van 50% procent op jaarbasis, waarmee een nieuw verkooprecord voor één maand werd gevestigd. Dit jaar werden er in China al bijna tien miljoen NEV’s verkocht, een stijging van 34% procent ten opzichte van 2023.

Van deze tien miljoen voertuigen had ongeveer 60% volledig elektrische aandrijving, of een brandstofcel: het gaat om zes miljoen nieuwe auto’s die rondrijden zonder CO₂-uitstoot. Deze ongekende transitie werd gedreven door marktwerking, technologische innovatie en strategische overheidsinvesteringen (ja, ook Tesla) waaronder belastingvoordelen; niet door activistische voorspellingen.

De laatste vijf jaar steeg het aandeel Tesla bijna 1500%. Daaruit blijkt dat er een investeringsmodel is voor innovatieve technologie. De beoordeling van de mogelijke oplossingen om CO₂ uit de atmosfeer te verwijderen moet net zo min worden overgelaten aan klimaatactivisten, als aan politici die bezig zijn om stemmen te winnen of bestuurders van olie- en gasbedrijven die ’s nachts dromen van hun bonus, in plaats van een leefbare wereld.

In de academische wereld en de venture capital-sector, vooral het segment dat zich bezighoudt met de financiering van technologische innovaties, zijn de specialisten te vinden voor het maken van de juiste afwegingen. Maar waar moet het geld vandaan komen voor deze investeringen?

CO-belasting mogelijke oplossing

Invoer van een jaarlijks geleidelijk oplopende belasting op CO₂-uitstoot kan leiden tot een structurele oplossing, mits de opbrengsten van een ‘koolstof-tax’ kunnen worden gebruikt om in CO₂-verwijderingstechnologie te investeren en een compensatiefonds te financieren voor de armere, zwaarst getroffen landen.

De klimaatcrisis vereist actie op alle fronten. Het is tijd voor rijke landen, bedrijven en activisten om samen te werken aan een realistisch en allesomvattend plan dat zowel uitstoot stopt als historische schade herstelt.

Voor iedereen die interesse heeft in dit complexe onderwerp brengt Tracer een gratis wekelijkse nieuwsbrief uit op LinkedIn, waarbij de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er ook aan meeschrijf.

Categorieën
beleggen crypto NFT's

Recorddeal Microsoft in carbon credits; uitnodiging Tracer private round

Het was een boeiende week voor Microsoft. Dinsdag werd het door Nvidia gepasseerd als ’s werelds meest waardevolle bedrijf, maar nadat het aandeel Nvidia donderdag daalde sloot Microsoft de week opnieuw af als de nummer één. Het zal een tijdelijke hegemonie blijken, want de opmars van Nvidia is voorlopig niet te stuiten.

Interessanter was dat Microsoft deze week een recordbrekende overeenkomst heeft gesloten waarin het zich committeert tot het afnemen van acht miljoen carbon removal credits (koolstofverwijderingskredieten), wat de grootste transactie van koolstofdioxideverwijdering ooit betekent.

Het is naar mijn onbescheiden mening het startschot voor de race in een nieuwe miljardenmarkt; de markt van CO2-verwijdering. Daarin hoop ik zelf een steentje te kunnen bijdragen middels het Tracer-project, wat een belangrijk hulpmiddel zou kunnen zijn in de strijd tegen klimaatopwarming. Graag nodig ik je uit om daarin ook een bijdrage te leveren!

Een vrijwel geheel zelfgeschilderd overzicht van de diverse bronnen van carbon removal credits.

Het gaat om CO2-verwijdering

De record-aankoop was een opvallende actie van Microsoft omdat de vermindering van één ton CO2-uitstoot, doorgaans omschreven als een carbon credit, bijvoorbeeld door luchtvaartmaatschappijen wordt gebruikt voor de ergste vorm van greenwashing. Het gebrek aan transparantie en controle in de markt leidde tot projecten die vaak niet de beloofde milieuvoordelen opleveren en gaven carbon credits een slechte reputatie.

Het interessante is dat Microsoft zich niet alleen ten doel heeft gesteld om in 2030 klimaatneutraal te zijn, maar juist koolstofnegatief. Dit betekent dat Microsoft de broeikasgas (BKG)-uitstoot met meer dan de helft vermindert, de rest verwijdert en vervolgens tegen 2050 het equivalent van de historische uitstoot wil verwijderen.

Microsoft erkent hiermee dat de uitstoot van koolstofdioxide zo hoog is dat alleen uitstootbeperking niet meer toereikend is om ‘slechts’ anderhalve graad opwarming, het doel van het Parijse klimaatakkoord COP21, te bereiken; daarvoor is verwijdering van CO2 noodzakelijk.

Techreuzen omarmen carbon removal credits

Microsoft is niet als enige gigant gefocust op carbon removal credits, want samen met Google, Meta en Salesforce, bedrijven die elkaar doorgaans het licht in de ogen niet gunnen, kondigde het onlangs de oprichting aan van de Symbiosis Coalition, een signaal dat de grootste bedrijven ter wereld bereid zijn om te investeren in kwalitatief hoogwaardige carbon removal credits.

Een biljoenenmarkt: talloze oplossingen voor CO2-verwijdering, maar de kern is de duur van de CO2-verwijdering, uitgedrukt in jaren.

De stap van de techreuzen richting carbon removal credits heeft uiteraard ook een economische overweging. Het economische potentieel van de sector voor het verwijderen van koolstofdioxide is enorm. McKinsey schat de grootte van deze sector in 2050 op liefst 1.2 biljoen dollar, ofwel 1.200 miljard. Dit op basis van steeds strengere overheidsheffingen op CO2-uitstoot en snel verbeterende technologie.

Maar 2050 is nog ver. Relevant is daarom ook dat Morgan Stanley de markt voor carbon credits, waarvan het grootste deel gebaseerd zal zijn op CO2-verwijdering, al over zes jaar, in 2030, inschat op 100 miljard dollar. Nu wantrouw ik altijd prognoses met ronde getallen, maar in dit geval is er door klimaatopwarming een onmiskenbare noodzaak voor bedrijven om fors te investeren in CO2-verwijdering. Zonder leefbare planeet is het namelijk lastig geld verdienen.

Wat is uniek aan Tracer?

Sinds Hans Tobé en ik in 2016 Blue City Solutions oprichtten, na ons bezoek aan COP21 in Parijs, zochten we naar projecten die CO2-beperking op een rendabele manier kunnen versnellen; dus zonder subsidies of donaties. Met Tracer denken we een bijzondere oplossing te hebben gevonden waar, zonder, valse bescheidenheid, de wereld iets aan heeft.

Tracer is het antwoord op de vraag: hoe schaal je de carbon credit markt van klein, ondoorzichtig en zonder liquiditeit, naar enorm, transparant en liquide? Dat is bijzonder, want tot nu toe zijn de oplossingen namelijk óf liquide óf transparant. Óf efficiënt, óf betrouwbaar.

Het Tracer-ecosysteem: twee smart contracts, Tracer voor governance en Carrot voor tokenization en kwalificering van de carbon removal credit

Tracer’s oplossing is gebaseerd op een smart contract, een blockchain-toepassing, van Chief Technology Officer Philippe Tarbouriech. Voor de liefhebbers: de “secret sauce” is de combinatie van een fungible en een non-fungible token in hetzelfde smart contract waardoor het mogelijk wordt om kopers één portfolio te bieden met meerdere projecten als bron van de carbon removal credits.

Vergelijk het met een ‘mandje’ aandelen bij fondsbeleggers. Op die manier carbon removal credits kopen van verschillende bronnen was tot dusver niet mogelijk, wat deze markt een hel maakte voor bedrijven als Microsoft, Amazon, Apple etc die grote hoeveelheden credits inkopen. Hoe kunnen zij kwaliteit van de carbon removal credits waarborgen, vooral als ze wereldwijd bij diverse projecten inkopen waarbij de verwijdering bij elk project jaarlijks verschilt? Dat is tot dusver ondoenlijk en bemoeilijkt de groei van de markt.

Meer details over de oplossing hiervoor van Tracer staan in de tech white paper. De gehele opzet staat, van een samenvatting van een paar pagina’s tot de gehele white paper, in het, jawel, Tracer Knowledge Center.

Maar in plaats van alle documentatie van Tracer samen te vatten, lijkt het me nuttiger om mijn eigen analyse te delen.

Markt en oplossing zijn helder

Al bijna twintig jaar probeer ik elke innovatie te beoordelen door de bril van Guy Kawasaki, die elke startup terugbrengt tot tien slides. Toen Philippe me zijn idee van Tracer uitlegde, was het probleem dat Tracer oplost (de slecht functionerende markt van carbon removal credits), de waarde die het gebruikers brengt (transacties van hogere kwaliteit carbon removal credits tegen lagere beheerskosten) en de ‘underlying magic‘ (een open source smart contract dat de gehele levenscyclus van een carbon removal credit documenteert) snel duidelijk.

Wat altijd helpt: een enorm marktpotentieel met liquide klanten (Microsoft & Co hebben budget) en een nijpend probleem (klimaatverandering). Het bijzondere aan Tracer vind ik dat het grote kopers zoals Microsoft en Salesforce een oplossing biedt door volledige transparantie te leveren, door middel van een beoordelingsmodel gebaseerd op ‘persistentie‘; daarmee wordt gedoeld op de duur van de verwijdering van de koolstof.

Door die persistentie als belangrijkste factor te kiezen – want sommige projecten zorgen voor verwijdering van honderd jaar en anderen voor meer dan duizend jaar – wordt er ook gelijk voor gezorgd dat grote hoeveelheden CO2-verwijderingscredits eenvoudiger vergelijkbaar en dus verhandelbaar zijn.

Real world assets nieuwe fase in crypto, excuus, Web3

Als oude man ben ik lange tijd erg sceptisch geweest over het gebrek aan onderliggende waardecomponenten van crypto-projecten. Kort samengevat: er was niet meer dan vraag en aanbod.

Bij Bitcoin is dat juist de kracht, maar bij veel bedrijven die probeerden met duistere muntjes te profiteren van het succes van Bitcoin werd juist een rookgordijn opgetrokken over mogelijke waarde die het muntje zou vertegenwoordigen.

Tegelijkertijd bleek wel uit een simpele analyse dat de grootste crypto’s het afgelopen jaar veel beter presteerden dan de grootste techfondsen. En de markt heeft altijd gelijk; de vraag is alleen op welke termijn.

Het aardige aan Tracer vind ik, bedrijfseconomisch bezien, dat er continu omzet wordt gemaakt uit de ‘echte’ wereld. Boston Consulting Group heeft een fascinerende studie verricht naar het soort ‘asset tokenization’ waarvan het Tracer-project een voorbeeld is.

‘Buy and burn’ klinkt vreemd, maar is een moderne manier om de gemeenschap te laten meedelen in succes.

Want een percentage van elke carbon removal credit die via het Carrot-smart contract wordt ‘getokenized’, wordt gebruikt om de Tracer-governance token in te kopen. Daardoor daalt het aantal Tracer tokens in circulatie en ontstaat een deflationair effect, zoals ook bij Ethereum het geval is. Simpel gezegd: opwaartse prijsdruk. En daar zijn mensen zowel buiten als binnen crypto, of Web 3 zoals we tegenwoordig moeten zeggen, erg op gesteld.

Tracer is open source en decentraal

Ooit maakte de Fin Linus Torvalds met het open source besturingssysteem Linux en een groep vrijwilligers een miljardenindustrie van gesloten besturingssystemen kapot, waardoor cloud computing vele malen goedkoper werd. Kort samengevat: zonder Linux geen Amazon, social media of Netflix en al helemaal geen AI.

Linux werd een inspiratie voor andere open source projecten zoals Ethereum, dat wel kampt met het imago dat het te centralistisch wordt geleid. Een alternatieve bestuursstructuur is de Decentralized Autonomous Organization (DAO), die Tracer gebruikt.

Het gaat te ver om de juridische details hiervan door te nemen, maar in de kern komt het erop neer dat de bezitters van Tracer tokens de belangrijkste beslissingen nemen. Er is geen bedrijf dat eigendom is van de software.

De Amerikaanse investeringsmaatschappij Andreessen Horowitz, bekend van investeringen in ondermeer Facebook, Twitter en Airbnb, heeft een juridisch kader geschetst voor DAO’s, maar Nederlanders zullen er veel elementen in herkennen van de ouderwetse verenigingsstructuur.

Deze decentrale aanpak is m.i. een elementair onderdeel van blockchain-technologie, waarvan nog veel te weinig gebruik wordt gemaakt.

Tracer DAO: one token, one vote.

Het verschil tussen tokens en aandelen

Als voormalig investeerder in startups heb ik zelf ondervonden hoe lang het meestal duurt voor er zelfs bij de succesvolle startups enig rendement terugkomt bij de aandeelhouders. Vijf tot tien jaar wachten is niet ongebruikelijk.

In Web3 zie ik het als voordeel dat er voor relatief weinig geld kan worden gestart en snel duidelijk wordt of een product aanslaat, zodat er niet jarenlang geld in een bodemloze put verdwijnt. Dus je probeert iets, je past waar nodig iets aan, maar dan is het ook: of stoppen, of een succes.

Daarbij is er, zoals bij Tracer, vaak de mogelijkheid om binnen een aantal maanden na de start in elk geval de initiële inleg eruit te halen. Tracer wordt gefinancierd via een gefaseerde tokenverkoop, waarbij de prijzen bij elke fase stijgen. Dit model is bedoeld om vroege kopers te belonen naarmate het project minder risicovol wordt.

Tracer private round: 0,75 cent USD per token, de helft van de prijs in de komende public sale.

Voordeel voor vroege kopers is dat ze ruim tien procent van hun tokens direct na de publieke verkoop zouden kunnen verhandelen, terwijl hun overige tokens onderhevig zijn aan een vesting-periode van een jaar. Een dergelijke aanpak getuigt in Web3 van een lange horizon en een serieuze aanpak.

Toegewijd team

Deze lange termijn visie is ook zichtbaar bij de tokens die het team zelf heeft gekocht in een vroege fase. Bijna twintig procent van de tokens zijn gereserveerd voor het team, waarbij er een zogeheten cliff geldt van een jaar. Dit betekent dat die tokens pas na een jaar vrij vallen en kunnen worden verhandeld, waarbij dit ook nog eens geldt voor slechts een derde van deze tokens; de vesting-periode voor de team tokens is zesendertig maanden.

Belangrijk: team en adviseurs hebben tokens die pas na een jaar kunnen worden verhandeld en dan nog slechts gedeeltelijk (33%)

Zonder ze te willen afschilderen als superhelden die eigenlijk een cape verdienen, is het wel relevant mijn persoonlijke betrokkenheid te duiden. Ik heb geen formele functie bij Tracer, maar heb als adviseur wel een rol gespeeld bij het samenstellen van het internationale team.

Zo heb ik CTO Philippe Tarbouriech voorgesteld aan Gert-Jan Lasterie, de Chief Business Officer (CBO) van Tracer, die ik nog kende uit de tijd dat ik een kleine aandeelhouder was in zijn bedrijf Flabber (bekend als thuishaven van de New Kids uit Maaskantje). Gert-Jan gaf mij ooit zijn boek over Cryptovaluta en heeft een belangrijke rol gespeeld bij het versnellen van mijn leercurve over crypto en blockchain.  

CFO Hans Tobé, die jarenlang de internationale kantoren van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH) aanstuurde, heb ik ooit gekoppeld aan energie- en sustainability-expert Andrew Barbeau, die onze Amerikaanse partner en strateeg is geworden.

Opvallende namen zijn verder Hubert Shio-Hsien Tai, ooit één van de eerste honderd medewerkers bij eBay, die later als CTO en COO betrokken was bij de beursgang van twee Chinese internetgiganten; en niet te vergeten dr. Alberto Pace, de wetenschappelijk adviseur van Tracer, in het dagelijks leven werkzaam bij CERN als hoofd data management. Ik grap altijd dat het voor Alberto leuk is dat hij zich bij Tracer een keer met een serieus probleem kan bezig houden.

Allemaal mensen die ruimschoots hun sporen hebben verdiend, elk op hun eigen vakgebied, en geen types die binnenkort een spoedcursus ‘hoe word je snel rijk door meuk te dropshippen‘ zullen aanbieden. De komende maanden zullen er meer belangrijke samenwerkingen, teamleden en adviseurs worden bekend gemaakt.

Doe mee en… en wat?

Niets van wat ik zeg of schrijf is advies, het is slechts mijn mening. Ik heb zelf geen Bitcoin. Veel mensen staren zich blind op de 113% stijging van Bitcoin, de bijna 700% stijging van Solana of zelfs de ruim 20.000% stijging van memecoin Pepe in het laatste jaar, maar mijn advies luidt: doe dit alleen met geld wat je kunt missen en ga er voor je gemoedsrust ook vanuit dat je het kwijt bent.

Maar als Tracer succesvol wordt, dan krijg je waarschijnlijk vele malen meer terug dan je erin hebt gestoken. Daarnaast vind ik het zelf belangrijk dat Tracer een governance-token is, waardoor je met jouw tokens kunt stemmen over de belangrijke beslissingen. De strijd tegen klimaatopwarming is belangrijk genoeg om serieus over na te denken en ook serieus iets aan te willen bijdragen. Als je interesse hebt in Tracer, klik dan hier.

En alle opmerkingen, vragen of andere feedback hoor ik graag!